Nadat de Tweede Kamer het wetsvoorstel ‘Wet toekomst pensioenen’ eind 2022 aangenomen heeft, stemde de Eerste Kamer op 30 mei 2023 in met het wetsvoorstel. Daarmee is een eind gekomen aan een lange periode van overleggen en onderhandelen. De Wet toekomst pensioen kent een ingangsdatum van 1 juli 2023.
Pensioenopbouw bij pensioenfondsen
In het huidige pensioenstelsel betaalt de werkgever voor elke werknemer hetzelfde premiepercentage, ongeacht de leeftijd van de werknemer. Voor jongere werknemers wordt hierdoor te veel premie betaald en voor oudere werknemers juist te weinig. Een deel van de premie voor jongere werknemers gaat naar het pensioen van de oudere werknemers. Deze zogenoemde doorsneepremie met een vast opbouwpercentage wordt in het nieuwe pensioenstelsel afgeschaft. De premie blijft leeftijdsonafhankelijk, maar de opbouw wordt wel leeftijdsafhankelijk. Een jongere werknemer krijgt bij inleg van dezelfde premie naar verwachting een hoger pensioen dan een oudere werknemer.
Pensioenopbouw bij pensioenuitvoerders
Bij een groot gedeelte van de pensioenregelingen die bij commerciële pensioenuitvoerders zijn ondergebracht, wordt voor jongere werknemers een lager premiepercentage betaald dan voor oudere werknemers. In het nieuwe pensioenstelsel is een leeftijdsafhankelijke premie niet langer toegestaan. De beschikbare premie dient voor alle werknemers een gelijk percentage te zijn. Bestaande werknemers kunnen in sommige gevallen de huidige stijgende beschikbare premie handhaven. Hiervoor is namelijk overgangsrecht in het wetsvoorstel opgenomen.
AOW-leeftijd
De AOW-leeftijd gaat minder snel stijgen dan in 2016 was beoogd. Zo is de AOW-leeftijd in 2022 aangepast naar 66 jaar en 7 maanden, in 2023 naar 66 jaar en 10 maanden en in 2024 en 2025 naar 67 jaar in plaats van de in 2016 beoogde 67 jaar en 3 maanden.