Nabestaandenpensioen

Nabestaandenpensioen

Ralph van Putten – 27 september 2021

Iedereen wil zijn/haar partner en kinderen goed achterlaten. Daarom is het partner- en wezenpensioen (hierna te noemen: nabestaandenpensioen) belangrijk voor uw werknemers. Het nabestaandenpensioen is de afgelopen jaren veranderd. Naar aanleiding van het Pensioenakkoord lijken opnieuw een aantal zaken te gaan wijzigen. Een belangrijk onderdeel hiervan betreft de verandering van de wijze waarop het meeverzekerde nabestaandenpensioen wordt vastgesteld.

In dit artikel leest u meer over de verwachte veranderingen van het nabestaandenpensioen. Denk samen met uw adviseur alvast na wat deze veranderingen voor uw werknemers betekenen.

Hoe zit het precies?

Huidige nabestaandenpensioen

Op dit moment zorgt het nabestaandenpensioen binnen pensioenregelingen nogal eens voor verwarring. Dit is ontstaan door de wijze waarop het nabestaandenpensioen wordt berekend en de rechten die de werknemer wel of niet meeneemt bij uitdiensttreding. Het nabestaandenpensioen wordt berekend op basis van drie factoren: aantal dienstjaren, pensioengrondslag (afgeleide van het salaris) en opbouwpercentage.

Regelmatig is gebleken dat de uitkering bij overlijden lager is dan verwacht. Vaak heeft dit te maken met de factor diensttijd (het aantal dienstjaren) van een werknemer. Op dit moment wordt het nabestaandenpensioen nog berekend op basis van het totale aantal dienstjaren bij de huidige werkgever (vanaf de datum in dienst tot aan de pensioendatum).

Treedt een werknemer in dienst op zijn/haar 25ste dan kan de werknemer 42 dienstjaren bij dezelfde werkgever blijven werken (op basis van een pensioenleeftijd van 67 jaar). Op basis van deze 42 dienstjaren wordt het nabestaandenpensioen vastgesteld. Treedt een werknemer van 55 jaar in dienst, dan worden er nog maar 12 dienstjaren meegenomen in de berekening van het nabestaandenpensioen. Een gevolg van de huidige berekeningswijze is dat het verzekerde nabestaandenpensioen bij iedere baanwissel steeds verder afneemt.

Wat gaat er veranderen?

Binnen het Pensioenakkoord is afgesproken dat het nabestaandenpensioen duidelijker wordt en wordt uitgedrukt in een percentage van het salaris. De factor diensttijd (aantal dienstjaren) komt daarmee volledig te vervallen. Dit betekent het volgende voor het partner- en wezenpensioen:

Partnerpensioen
Bij een actief dienstverband wordt er uitgegaan van een maximum van 50% van het salaris. De factor diensttijd (aantal dienstjaren) vervalt. Er komt een standaard partnerdefinitie, waardoor pensioenuitvoerders niet meer verschillende definities van partner kunnen hanteren. Hierdoor wordt de kans op een onverzekerd partnerpensioen bij een baanwissel nihil.

Wezenpensioen
Bij een actief dienstverband wordt voor het verzekerde wezenpensioen uitgegaan van maximaal 20% van het salaris. De eindleeftijd voor het wezenpensioen wordt verhoogd naar 25 jaar. Nu is er vaak nog een keuze voor 18, 21, 27 of 30 jaar en voor een uitbreiding vanwege studerende of arbeidsongeschikte kinderen. Het wezenpensioen wordt altijd verdubbeld als beide ouders komen te overlijden.

Nabestaandenpensioen
Bij uitdiensttreding wordt het nabestaandenpensioen gedurende drie maanden voortgezet. Als er direct na uitdiensttreding sprake is van een WW-uitkering, dan wordt het nabestaandenpensioen zelfs gedurende de gehele WW-periode voortgezet. Werknemers krijgen het recht om de dekking na uitdiensttreding maximaal drie jaar voort te zetten. Hierbij is het voorstel dat de premie die hiervoor moet worden betaald, in mindering wordt gebracht op het opgebouwde pensioenkapitaal.

Kanttekeningen bij de veranderingen

De precieze invulling van het nabestaandenpensioen met betrekking tot de (vrije) vaststelling van de hoogte van het nabestaandenpensioen en de maximale percentages van het salaris voor het partner- en wezenpensioen kan nog wijzigen. Op dit moment worden de percentages van 50% (partnerpensioen) en 20% (wezenpensioen) genoemd als maximum, waarbij de werkgever vrij is om te kiezen voor een lager percentage. Vooralsnog wordt hierbij niet gesproken over een ondergrens. Er wordt op dit moment onderzocht of de (volledige) keuzevrijheid wenselijk is of dat de maximale percentages mogelijk als verplichte percentages gaan gelden.

Voor de eerdergenoemde wijzigingen gaat géén overgangsrecht gelden. Dit betekent dat alle pensioenregelingen moet worden aangepast. Op welke datum de aanpassingen moeten zijn doorgevoerd, zal in de Wet Toekomst Pensioenen worden vastgelegd. De verwachting is dat dit in 2022 duidelijk wordt.

Inzicht

Of het nabestaandenpensioen uiteindelijk echt eenvoudiger wordt, hangt sterk af van de definitieve afspraken die nog moeten worden gemaakt. Uiteraard houden wij u op de hoogte van de ontwikkelingen. Zodra bekend is hoe de wetgeving er op dit onderdeel uit zal gaan zien, zullen wij u uitgebreid informeren. Voor zowel de werkgevers als voor de werknemers is het belangrijk om tijdig inzicht te krijgen in de huidige en toekomstige situatie. Met voldoende inzicht kunnen u en uw werknemers gefundeerde keuzes maken. Heeft u hierbij hulp nodig? Neem dan contact met ons op via info@pensioenakkoord.online. Wij zijn u graag van dienst.

Heeft u een vraag? Wij zijn u graag van dienst!

    Heeft u een vraag? Wij zijn u graag van dienst!